Pauline van der Ghinst
SOMETIMES
WE JUST HAVE
TO ACCEPT IT
AS GOD’S WILL
12.NOV.2025
SOMETIMES
WE JUST HAVE
TO ACCEPT IT
AS GOD’S WILL
12.NOV.2025
Herinneren is een creatief proces, waarbij het verleden wordt uitgevonden om het heden leefbaar te maken. Herinneringen gaan door ons heen, soms gaan ze ons voor. Ze zijn geen overblijfselen, maar fungeren als een kader voor onze perceptie van de wereld, een structuur die onze blik stuurt nog voordat we kijken. Ze werken niet als een archief, maar als een dynamiek van geprojecteerde illusies. Ze houden de aanwezigheid in stand van wat niet meer is – en waarvan alleen de contouren overblijven. Nostalgie drukt trouwens een scherp bewustzijn van deze spanning uit: het is het gevoel dat wat we onthouden nooit echt zo heeft plaatsgevonden.
Het geheugen tekent een structuur die gevormd wordt door het ontbreken. Het werkt volgens een selectieve logica die bepaalt wat kan worden onthouden, gereconstrueerd of gewist; het is geen reservoir van beelden, maar een filtermechanisme, en produceert betekenis op basis van wat verdwenen is.
Elke zichtbare ervaring is gebaseerd op een economie van het zintuiglijke: wat zich laat zien, geeft zich nooit volledig prijs, maar contrasteert met een zone van ondoorzichtigheid die dit mogelijk maakt. De vorm bestaat alleen door haar gedeeltelijke terugtrekking, door de grens die haar van haar achtergrond scheidt. De waarneming is, net als het geheugen, geen volledige weergave van de werkelijkheid, maar een organisatie van de grenzen van de zichtbaarheid. Deze structuur zorgt voor een constitutieve spanning tussen zekerheid en onzekerheid. Het kijken, het herinneren en het oordelen functioneren op basis van een regime van gecontroleerde onbepaaldheden: we weten nooit alles, en het is juist deze onvolledigheid die kennis actief maakt. De werkelijkheid wordt niet gegeven, maar onderhandeld in de verhouding tussen wat zich laat zien en wat zich onthoudt.
Deze relatie tot illusies veronderstelt dus een interne afstand: een zekere mate van ondoorzichtigheid die de stabiliteit van het subject garandeert. Deze ondoorzichtigheid is geen externe weerstand, maar een constitutief onderdeel van de ervaring. Ze bakent de ruimte van de innerlijkheid af, waar het geheugen zich terugtrekt, fragmentariseert en herformuleert. Het subject wordt gevormd in deze teruggetrokken zone, waar het bekende en het latente naast elkaar bestaan zonder zich op te lossen. Herhaling maakt deel uit van hetzelfde principe: herhalen is niet reproduceren, want wat terugkomt is nooit identiek: elke herhaling legt de afstand vast die het heden scheidt van wat het probeert te heroveren.
In dit opzicht heeft vergeten dezelfde functie als geheimhouding: het beperken van transparantie, het beschermen van een noodzakelijk deel van de ondoorzichtigheid. Net zoals geheimhouding de toegang tot informatie in sociale relaties regelt, regelt vergeten de toegang tot het geheugen in de relatie tot onszelf. Beide creëren een vorm van regulerende afstand, een scheiding die de mogelijkheid van een band in stand houdt zonder deze te verbreken.
Het geheugen, de afwezigheid en de herhaling voeden zo hetzelfde systeem: een evenwicht tussen afwezigheid en vorm, tussen verdwijning en persistentie. Een ervaring ligt niet in de volledige aanwezigheid van dingen, maar in een spanning tussen wat zichtbaar is en wat onbekend blijft. Een structuur als een geheim beschouwen, betekent een epistemologie van het gemis bedenken: een kennis die niet op totaliteit is gebaseerd, maar op grenzen. Het is niet in de duidelijkheid dat de werkelijkheid begrijpelijk wordt, maar in de zones van onzekerheid die haar structureren.
Als onze herinneringen niet achter ons liggen, zijn ze misschien ook niet helemaal van ons. Ze zijn opgeslagen in een collectief geheugen, in beelden, vormen, voorwerpen en verhalen die om ons heen circuleren. Wat wij als intiem beschouwen, wordt gevormd door gedeelde voorstellingen, door sociale en symbolische kaders. Onze individuele herinneringen zijn slechts lokale variaties op een gemeenschappelijk geheel van sporen. Het geheugen zou dus geen terugblik zijn, maar een vorm van organisatie van het heden–een manier om samenhang te geven aan wat zonder dat samenhang zou verdwijnen. Onze herinneringen zijn onzichtbare structuren die onze blik naar voren ondersteunen, als vormen die we met betekenis vullen.
En die ons anders zouden overspoelen.
—
a§s
a§s
Pauline van der Ghinst, Memories or dust?, multiplex, 122 cm × 250 cm, 244 cm × 250 cm, 366 cm × 250 cm
ANALOG PHOTOS Eléonore & Raphaëlle
BAR Eléonore, Renaud & Raphaëlle
Musique Renaud
Aide au montage Eliot Joris